Jasper van der Horst  –

We hadden onze tent in Gieterveen gezet. Een plek waar weinig gebeurt en dat was precies de bedoeling. Gieterveen ligt in Drenthe, maar niet in de populairste streken. Tussen de Hondsrug en Stadskanaal, in de Drentse Veenkoloniën, dat is niet het gebied waar de massa heen trekt. Een rustige camping, stille nachten en een weidse omgeving. We hebben er heerlijk gebivakkeerd.
Het zijn van oudsher vrijzinnige streken. Veel hervormde dorpskerken in Drenthe hadden een vrijzinnig karakter. Het waren typische volks-kerken: iedereen werd er gedoopt, gehuwd en uitgevaren, maar in de tussentijd hoefde je het allemaal niet zo serieus te nemen.
Op sommige plekken was de ‘grote kerk’ wat orthodoxer en daar ontstonden vrijzinnige kerkjes. Zo ook in Gieterveen. Het kerkje staat er nog steeds, middenin het dorp. Twintig jaar geleden zijn de zondagse vieringen opgehouden en nu is het in gebruik voor sociale en culturele activiteiten.
Uiteraard doet het kerkje mij denken aan Heerde. Qua omvang en eenvoud is het vergelijkbaar. Ik denk ook aan Hattem, waar het oorspronkelijke kerkgebouw al voor een belangrijk deel een culturele functie heeft gekregen.
Zal het bij ons gaan zoals in Gieterveen en op vele andere plaatsen? De vrijzinnige kerkgang is niet meer wat het is geweest, in de vorige eeuw. We zijn er nog, we kunnen het nog een aantal jaren volhouden, maar voor hoe lang?
Mijn wens is dat we over twintig jaar nog bestaan. Niet per se om te behouden wat er in de vorige eeuw is geweest. Vorm en inhoud zijn sowieso niet meer precies hetzelfde als toen. Toch zou ik graag willen doorgeven wat waardevol is. Het blijft bijzonder: de manier waarop we samenkomen voor een uur van ontmoeting en bezinning. We hebben onze wortels in liturgie en teksten die van betekenis blijven. We komen bij elkaar in een uur van spreken en zwijgen, muziek en stilte, woorden en beelden. We kunnen geraakt worden door wat ons overstijgt, door wat ons inspireert.
Natuurlijk zijn we vrij om het te doen zoals we passend vinden in deze tijd. We spreken niet meer dezelfde taal als in de vorige eeuw. Vormen worden langzaam aangepast, dat gaat heel geleidelijk. Soms is er een discussie nodig, of een besluit om iets anders te doen. Als er bijvoorbeeld andere momenten in de week zijn die beter passen dan zondagochtend, dan lijkt me daar niks op tegen. Maar in grote lijn geloof ik wel in de vorm van de liturgie zoals we die nu beleven en die gestoeld is op ervaring van vele generaties.
Kortom, ik zou wensen dat het lukt om ‘de viering gaande te houden’. Wat zou het mooi zijn als we dat over twintig jaar nog steeds doen. Ik weet niet of het gaat lukken, ik wil er wel naar streven. Het zou toch zonde zijn als we over twintig jaar alleen nog maar orthodoxe en evangelische kerken hebben? Het is toch armoe, als de wijsheid uit onze religieuze traditie alleen nog maar op een manier wordt doorgegeven die gepaard gaat met dogma’s en onvrijheid?
Als ik zeg dat ‘we’ het gaande houden, is dat niet in letterlijke zin met de mensen van nu. Velen van ons zijn er over twintig jaar niet meer, zo eerlijk kunnen we zijn. We zullen nieuwe aanwas nodig hebben om het hoofd boven water te houden. Dat is niet gemakkelijk, want vrijzinnigheid is net als Gieterveen: niet een plek waar de massa heen trekt. We blijven een ‘niche’, om het in termen van marketing te zeggen. Is dat erg? Het betekent dat we ons niet aanpassen om de massa te bereiken, maar onze waarde vinden in een eigen uniek ‘product’. Het begint bij geloof in wie we zijn en wat we doen.
Zo zet een klein kerkje in Drenthe mij aan het denken. Deze gedachten deel ik graag me u. Ik ben  benieuwd wat het bij u oproept en ik zou het leuk vinden om daarover iets terug te horen. Wat is het, dat ons uniek maakt en waardevol om door te geven aan een volgende generatie? Wat hebben we in huis waarin we geloven, dat de moeite waard is om voor te blijven gaan?