Op 24 april was de Julianakerk de plek voor een gesprek over ‘genoeg om te leven’. Het werd een goed gesprek, ik was blij dat ik erbij kon zijn. Matthias Olthaar heeft ons waardevolle inzichten meegegeven. En dank voor de commissie die het heeft georganiseerd!
Na een avond zoals deze blijf ik achter met wat dubbele gevoelens. Het is wat ongemakkelijk. Was deze avond bemoedigend of deprimerend?
Laat ik beginnen met de deprimerende kant. Er is veel dat we als mensheid niet goed doen. Dat is geen nieuws, maar wel confronterend als dat allemaal eens op een rij wordt gezet en met cijfers onderbouwd. We gebruiken veel teveel grondstoffen. Als het gaat lukken de fossiele brandstoffen af te schaffen, ontstaat een groot tekort aan materialen waarmee accu’s en batterijen worden gemaakt. Onze energieconsumptie is gewoon veel te groot.
Een ander treurig makend cijfer: 14 miljoen mensen in niet-westerse landen werken als een slecht betaalde dagloner voor de welvaart van Nederlandse huishoudens. Ze werken onder zeer slechte omstandigheden in fabrieken, mijnen en plantages, om onze levensstijl mogelijk te maken. Het kolonialisme is officieel wel afgeschaft, de scheve verhoudingen zijn er nog steeds.
Wat mij droevig maakt bij feiten zoals deze, is dat het zo moeilijk is er wat aan te doen. We zitten vast in systemen en in een economische manier van denken. Je kunt er als individu nauwelijks aan ontsnappen, laat staan dat je de systemen kunt veranderen.
In mijn eentje gaat het niet lukken om grote veranderingen in gang te zetten. Zelfs kleine persoonlijke daden zijn heel moeilijk vol te houden. Wie denkt er nog aan de goede voornemens van een paar maanden geleden? Om moedeloos van te worden.
Tegelijk vond ik het een bemoedigende avond. Ik ben dankbaar voor mensen zoals Matthias, die tegen de stroom in roeien, op onderzoek uitgaan en proberen een verandering in gang te zetten. Ik ben ook dankbaar voor het gesprek dat we hadden op die avond. We zijn in staat om op een rustige manier met elkaar in gesprek te zijn en de problemen onder ogen te zien. Vrijzinnigen doen een poging om in de spiegel te kijken, te reflecteren en na te denken. Sterker nog: velen van ons zijn liefhebbers van vraagstukken die niet al te simpel zijn. Het is niet voor niets dat we elkaar opzoeken op zondagen en bij gelegenheden zoals deze.
Er zijn plekken waar mensen met elkaar in gesprek gaan, elkaar inspireren of samen ergens de schouders onder zetten. Die plekken kunnen klein en broos zijn, zoals een kerkje dat maar voor de helft is gevuld. Is meer altijd beter? Is de helft al genoeg?

Jasper van der Horst