Als je een rondje rijdt of fietst, kun je er niet omheen: de vlag. Op vele plaatsen zijn de kleuren blauw, rood en wit zichtbaar (ik noem ze maar even in alfabetische volgorde). Vooral buiten de steden en dorpen zie je ze hangen. Soms hangt er een boerenzakdoek bij. Ik zag zelfs al een gloednieuwe vlag waarin de driekleur en de zakdoek zijn samengevoegd.
Op zich heb ik niet zoveel met de Nederlandse vlag. Ik vind ‘m niet echt origineel. Er zijn zoveel landen met dezelfde drie kleuren, hadden we niet wat leukers kunnen hebben? Tegelijk ben ik een brave burger, we hebben heus wel een vlag en een stok. Toen we verhuisden heb ik netjes een nieuwe vlaggenstokhouder aan het huis geschroefd. Met koningsdag en op 4 en 5 mei hangt de vlag er zoals het hoort: de ene keer met wimpel, de andere keer zonder.
Nu hangen de vlaggen er dag en nacht, dat is niet zoals het hoort. Als het donker wordt moeten ze naar binnen. En ze hangen verkeerdom, dat is ook niet zoals het hoort. Je kunt momenteel niet om al die vlaggen heen en dat is uiteraard de bedoeling. Het is een vorm van protest en protesten zijn bedoeld om gezien en gehoord te worden. Protesten zijn ook bedoeld om meningen te vormen en te beïnvloeden.
Dit is het punt waar het bij mij ongemakkelijk wordt. De omgekeerde vlag zet mij een beetje voor het blok. Wat vind ik ervan? Eerlijk gezegd ben ik blij dat ik geen boer ben of er midden tussen zou wonen. Dan zou ik kleur moeten bekennen. Ik zou een omgekeerde vlag op moeten hangen, of niet. Ik zou er op aangekeken worden als ik het deed, of niet deed.
Mensen zouden conclusies verbinden aan het al dan niet ophangen van de vlag, op de kop of rechtop. In die hoek wil ik me niet laten drukken. Ik voel mee met de boeren en de onzekerheid waarin ze terecht zijn gekomen, maar er zitten veel meer kanten aan dit verhaal.
Is het een symptoom van deze tijd, dat er vaak maar twee keuzes lijken te zijn? Dat je ergens voor of tegen bent? En als je niet duidelijk vóór bent, dat je dan dus wel tegen zult zijn? Het is niet zo dat ik niet wil kiezen. Het is eerder zo dat ik niet kán kiezen, omdat zaken vaak zo ingewikkeld zijn. Ik kan me niet zomaar met de ene of de andere kant associëren, want ik sta nooit helemaal aan de ene of de andere kant.
Misschien is dit een reden dat ik me thuis voel in de vrijzinnigheid. Voor mij is een vrijzinnige vereniging een oefenplek voor nuance en verscheidenheid. We laten ons niet vastpinnen, we laten ons niet vangen in woorden en constructies. Soms spreekt een vrijzinnige zich scherp uit, maar daar hoeft een andere vrijzinnige het dan niet mee eens te zijn. We gaan samen door een deur, hoe verschillend we ook zijn. Het begint al bij de vraag wat we geloven, of wat niet. De antwoorden op die vraag zijn zo divers en veelzijdig en in heel veel gevallen slechts voorlopig. Laat dat vooral zo mogen blijven.
Nu het nieuwe seizoen weer van start gaat, hoop ik dat we elkaar weten te vinden. Ik hoop op vele mooie ontmoetingen en gesprekken, waarin we kunnen genieten van elkaars aanwezigheid en denkkracht, ook van afwijkende mensen en onverwachte meningen. Als we daarin slagen is het feest, dan kan de vlag uit!
     Jasper van der Horst