Soms loop je als denkend mens, met name in coronatijd, tegen een grote leegte aan. Wat kun je dan doen voor elkaar? Het is voor velen een angstaanjagende leegte. En toch …
Als klein meisje geloofde ik altijd dat God een gat in de grond was, of een gat in een trui. Immers, het Friese woord voor God en gat kent dezelfde uitspraak: got.
Barbara Hepworth, één van de belangrijkste Engelse beeldhouwsters uit de vorige eeuw, wist deze leegte als geen ander in beelden te vangen. Juist door die gaten kregen haar beelden contouren. Misschien zou je dat naar de huidige tijd kunnen vertalen: de leegte van het coronatijdperk.
Het is een ‘gat’ waar mensen bang voor zijn, waar we liever niet mee geconfronteerd willen worden, terwijl het onvermijdelijk is. Got, God en leegte zouden wel eens meer met elkaar te maken kunnen hebben dan meestal wordt gedacht.
Binnen onze geloofsgemeenschappen kunnen we oefenen in het toetsen van niet zeker weten, en dus het moeten loslaten van controle. Bedenken dat we ook in nood niets beters tot onze beschikking hebben dan lege handen om te zegenen of om elkaar vast te houden.
Foekje Dijk